SV | Toen vreesde Jakob zeer, en hem was bange; en hij verdeelde het volk, dat met hem was, en de schapen, en de runderen, en de kemels, in twee heiren; |
WLC | וַיָּשֻׁ֙בוּ֙ הַמַּלְאָכִ֔ים אֶֽל־יַעֲקֹ֖ב לֵאמֹ֑ר בָּ֤אנוּ אֶל־אָחִ֙יךָ֙ אֶל־עֵשָׂ֔ו וְגַם֙ הֹלֵ֣ךְ לִקְרָֽאתְךָ֔ וְאַרְבַּע־מֵאֹ֥ות אִ֖ישׁ עִמֹּֽו׃ |
Trans. | 32:7 = H 32:8 wayyîrā’ ya‘ăqōḇ mə’ōḏ wayyēṣer lwō wayyaḥaṣ ’eṯ-hā‘ām ’ăšer-’itwō wə’eṯ-haṣṣō’n wə’eṯ-habāqār wəhagəmallîm lišənê maḥănwōṯ: |
Toen vreesde Jakob zeer, en hem was bange; en hij verdeelde het volk, dat met hem was, en de schapen, en de runderen, en de kemels, in twee heiren;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen vreesde Jakob zeer, en hem was bange; en hij verdeelde het volk, dat met hem was, en de schapen, en de runderen, en de kemels, in twee heiren;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!